Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik ken een mens [3]in Christus, voor veertien jaren [4](of het [geschied zij] in het lichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet, God weet het), dat de zodanige opgetrokken is geweest [5]tot in den derden hemel; 3. Dat is, die in Christus is, of een Christen. Alzo spreekt hij van zichzelven in den derden persoon, tot een teken van nederigheid, alsof het ene zaak ware, die buiten hem ware. Anderen nemen dit woord in Christus, voor bij Christus, voor een vorm van eed, gelijk Rom.9:1, en hierna vs.19. 4. Dat is, of het alleen door een vertrekking van zinnen mij is vertoond in mijn geest; of dat mijn geest voor een tijd uit mijn lichaam in den hemel is opgebracht, om zulks te zien en te horen, weet ik niet. Anderen nemen het alzo: Of ik met lichaam en ziel in den hemel ben opgeheven, of met de ziel alleen, dat weet ik niet. 5. Dat is, in de woonplaats der engelen en heiligen zielen, die hij vs.4 het paradijs noemt, bij gelijkenis genomen van het aardse paradijs. Zie Luk.23:43; Openb.2:7. De oorzaak waarom dit de derde hemel genaamd wordt, is omdat de lucht de eerste hemel gerekend wordt, de zichtbare hemelen, waar de sterren in zijn, de tweede, en de hemel boven al de hemelen de derde. Zie 1 Kon.8:27.